top of page
  • Facebook Social Icon
  • Instagram
  • Twitter Social Icon
  • LinkedIn Social Icon
  • Wouter Beke

Een Nieuw Globaal Plan


November 1993. Jean-Luc Dehaene was eerste minister en zijn doel was ambitieus: België doen toetreden tot de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU), of wat we nu kennen als de Euro.  Europa had net de eenmaking van Duitsland geassumeerd en na de val van de Berlijnse muur stonden de voormalige communistische landen zoals Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië aan de deur om te kunnen toetreden. 


Maar eerst zou Europa zich intern moeten verdiepen. First deepening, then widening.  De invoering van de Euro was hier het sluitstuk van.  De budgettaire criteria die ons land hiervoor diende te halen waren glashelder: het jaarlijks tekort van een deelnemende lidstaat mocht niet meer dan 3% van het bnp bedragen en de schuldgraad mocht niet hoger zijn dan 60%. Met een tekort van 7,5% en een schuldgraad van 127,2% leek dit voor België een haast onmogelijke opdracht. Maar met een Globaal Plan bracht Jean-Luc Dahaene het tekort terug tot 0,5% en verminderde de schuldgraad met zo’n 20%. De schuld zou finaal verder dalen tot 87% in 2007.


In deze zin is de taak die Jean-Luc Dehaene zich toen stelde niet zo verschillend als de opdracht waar wij vandaag voor staan. In Europa en in ons land. Ook nu wachten verschillende landen om te kunnen toetreden tot Europa. Europa zal zich hier klaar voor moeten maken. Dat betekent intern hervormen. 


Maar ook wordt er opnieuw gekregen naar de zogenaamde Maastrichtcriteria. Recent maakte de Europese Commissie bekend dat ons land dit jaar zou afkloppen op een tekort van 4,9% en een schuldgraad van 106,3%. Voor de federale overheid is dit een tekort van 2,9% dit jaar. Het tekort en de schuld zou bij ongewijzigd beleid echter verder stijgen. De stijgende uitgaven in de pensioenen, de gezondheidszorg, investeringen in klimaat en mobiliteit en stijgende rente zorgen dat om onder de drie procent de duiken er jaarlijks zo’n 0,8% of 5 miljard, cumulatief dus, moet bespaard worden. Dat is alvast wat we in het stabiliteitspact hebben afgesproken.


In het Globaal Plan van november 1993 klonk het als volgt: “De West-Europese staten staan onder druk van een scherpe externe concurrentie. De veroudering van de bevolking leidt tot nieuwe maatschappelijke noden en verhoogt de interne druk op sommige verworvenheden van de welvaartsstaat. Onze samenleving heeft nood aan een perspectief, waarin economisch dynamisme en een gevoel van veiligheid samengaan. Angst voor de toekomst is nefast voor de kwaliteit van onze samenleving en vormt een voedingsbodem voor onverdraagzaamheid en ongeloof in de democratie.”  Het zou in november 2023 geschreven kunnen zijn. Some things never change, lijkt het wel.


Het is een passage uit het Globaal Plan dat zowel het concurrentievermogen en de werkgelegenheidsgraad, als de begroting en de sociale zekerheid doortastend aanpakte. Het was een dynamisch plan waarvan het effect toenam met de tijd. Een mooi voorbeeld hiervan is de introductie van de gezondheidsindex, die we vandaag nog steeds kennen. Het effect van het Globaal Plan op de begroting was niet min en bevatte een programma tot gezondmaking van de federale overheidsfinanciën van een kleine 9 miljard euro. Mission accomplished. België kon destijds met opgeheven hoofd toetreden tot de Euro. En de kandidaat-lidstaten konden toetreden tot Europa.


Wie de begrotingscijfers van vandaag leest, erkent onze budgettaire uitdaging. Wie ze ernstig neemt maakt er een plan voor. We moeten de zaken in een groter kader, in een globaal geheel durven te bekijken. We zijn een land dat zwaar belast op arbeid. En dus moeten we dat verschuiven. Werken lonender maken. Absoluut noodzakelijk als we ons sociaal Rijnlandmodel gefinancierd willen houden in de toekomst. Diegenen die zeggen dat ze België graag zien die zouden daar met hun neus op de feiten moeten worden gedrukt en daar moeten durven naar kijken. Want dat is de essentie van de zaak.


In 2028 zal Vlaanderen de 80% tewerkstellingsgraad bereiken. Wallonië zal dat jaar maar 69% behalen. Brussel eveneens 69%. Er is dus nog wel wat werk. Laat ons het debat dus voeren en een Nieuw Globaal Plan opmaken. Met arbeidsmarkthervormingen. Met fiscale hervormingen. Het zal een sleutel vormen om onze budgettaire situatie weer gezond te maken. En laat ons kijken hoe we de verantwoordelijkheden in ons land kunnen herijken. De federale overheid draagt 85% van de schulduitgaven, de quasi volledige pensioenlast en de uitgaven voor de gezondheidszorg (die gedreven door de veroudering vooral impliciete vergrijzingskosten zijn). De expliciete en impliciete schulduitgaven liggen dus in grote mate bij de federale overheid. Naast een arbeidsmarkthervorming om meer mensen aan het werk te krijgen en een fiscale hervorming die hiervoor de impulsen moet geven zal ook de splitsing van de gezondheidszorg kunnen leiden tot het meer verdelen en spreiden van de toekomstige vergrijzingskosten en een efficiëntere organisatie van onze gezondheidszorg. En tenslotte moeten we een intern Belgisch begrotingskader afspreken met bindende afspraken.  Vandaag bestaan die niet. Het stabiliteitspact is een opstelsom van de begrotingen van alle entiteiten in ons land. Hier moeten we vaste afspraken rond maken met sancties wanneer één van de overheden in ons land zich hier niet aan houdt.


De ratingbureaus wijzen voor ons land op twee grote risico’s: gebrek aan hervormingen en een politieke blokkering. We weten dus wat er moet gebeuren. En als we het niet op een vrijblijvende manier doen, dan zal de Europese Commissie ons er wel toe dwingen. Nieuwe Europese begrotingsregels worden voorbereid. Niets doen is dus geen optie. Zonder bijkomende maatregelen worden we in 2028 de slechtste leerling van de Europese klas. De toekomstige generaties verder belasten met een nog hogere staatsschuld en toenemende tekorten is geen optie. De maatregelen die nodig zijn om een uit de hand gelopen staatsschuld af te bouwen zijn vaak dramatisch voor de bevolking. Dat weten we. In 1981 moest president François Mitterand het na zes maanden over een andere boeg gooien, omdat de financiële markten zich tegen Frankrijk keerden. In 2010 kwam Griekenland in zwaar weer en moest Alexis Tsipras het geweer van schouder veranderen. In 2022 kwam Liz Truss in het Verenigd Koninkrijk na zes weken ten val omdat de financiële markten haar beleid niet apprecieerden. 


Toch is zo’n doemdenken niet nodig, als we nu komen met een sterk plan en het vervolgens ook uitvoeren. Gouverner c’est prévoir, c’est choisir, c’est exécuter. Een Nieuw Globaal Plan is noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor nieuw beleid. De uitdagingen waar we voor staan zijn niet min. De vergrijzing, de klimaatverandering, opnieuw oorlog op het Europese continent, het onderhouden van onze infrastructuur en wie weet wat ons nog allemaal te wachten staat. Laat ons het debat daarom op een rationele manier voeren en laat ons beslissingen nemen. Jean-Luc Dehaene toonde dag op dag dertig jaar geleden hoe het moet. 



Comments


bottom of page